Het begrip ‘met een publieke taak belaste instelling’ is de omzetting in nationaal recht van wat in Europese richtlijnen wordt omschreven als ‘openbaar lichaam’. Dit begrip en de definitie ervan is ontleend aan Europese aanbestedingsrichtlijnen 2014/23, 2014/24 en 2014/25 (zie Publicatieblad van de EU van 28 maart 2014, p. 1 resp, 65 en 243). Op grond van deze richtlijnen omvat een openbaar lichaam:
- de staat;
- zijn territoriale lichamen;
- publiekrechtelijke instellingen;
- verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of een of meer van deze publiekrechtelijke instellingen.
Onder verenigingen gevormd door een of meer van deze lichamen of een of meer van deze instellingen worden ook verstaan de koepelorganisaties zoals VNG, IPO en Unie van Waterschappen.
Publiekrechtelijke instellingen zijn rechtspersonen die opgericht zijn met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn en waarop een van de onderstaande opties van toepassing is:
- De activiteiten in hoofdzaak zijn door de staat of zijn territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen gefinancierd.
- Het beheer is onderworpen aan toezicht door de staat of zijn territoriale lichamen.
- De leden van het bestuursorgaan, het leidinggevend orgaan of het toezichthoudend orgaan worden voor meer dan de helft door de staat, zijn territoriale lichamen of andere publiekrechtelijke instellingen aangewezen.
In het aanbestedingsrecht is ruim ervaring opgedaan met de invulling van deze Europeesrechtelijke termen in de praktijk. De Who en de Open data richtlijn maken gebruik van ditzelfde begrip .
Een onderneming wordt als ‘overheidsonderneming’ geclassificeerd, als (een of meerdere) met een publieke taak belaste instellingen (alleen of gezamenlijk) een overheersende invloed kunnen uitoefenen op die onderneming en de onderneming bepaalde typen werkzaamheden uitvoert. Die overheersende invloed kan direct of indirect zijn en kan bestaan uit hoofde van eigendom, financiële deelname of de op de onderneming van toepassing zijnde voorschriften. Het zal vaak gaan om bedrijven waarin overheidsorganisaties een meerderheidsbelang hebben. Die overheersende invloed wordt in ieder geval vermoed aanwezig te zijn als de met een publieke taak belaste instellingen, rechtstreeks of middellijk, ten aanzien van die onderneming:
- de meerderheid van het geplaatste kapitaal van de onderneming bezitten;
- over de meerderheid van de stemrechten verbonden aan de door de onderneming uitgegeven aandelen beschikken;
- en/of meer dan de helft van de leden van het bestuur, het leidinggevend of het toezichthoudend orgaan van de onderneming kunnen aanwijzen.
- Niet het secundair of lager onderwijs. Wel onderwijsinstellingen voor postsecundair onderwijs.
- Onderzoeksinstellingen en organisaties die onderzoek financieren, inclusief organisaties die zijn opgericht voor de overdracht van onderzoeksresultaten.
Onder onderzoeksgegevens worden gegevens / documenten verstaan die, hoewel ze zelf geen wetenschappelijke publicaties zijn, worden verzameld of geproduceerd en als bewijsmateriaal in het onderzoeksproces worden gebruikt. Of waarvan binnen de onderzoeksgemeenschap algemeen wordt erkend dat ze noodzakelijk zijn om onderzoeksresultaten te valideren. Hierbij moet ook worden gedacht aan statistieken, resultaten van experimenten, metingen, observaties op basis van terreinwerk, enquêteresultaten, opnames van interviews en beelden, maar ook aan metadata, specificaties en andere digitale objecten. Kortom, alle (empirische) gegevens die ten grondslag liggen aan een wetenschappelijke publicatie, maar niet de (hele) wetenschappelijke publicatie zelf.
De Who is van toepassing op onderzoeksgegevens die:
- geheel of gedeeltelijk met overheidsmiddelen zijn gefinancierd;
- in beheer zijn van publiek gefinancierde onderzoeksorganisaties;
- via een institutionele of thematische databank openbaar zijn gemaakt.
Dynamische gegevens zijn gegevens die doorgaans worden bijgewerkt op basis van gebeurtenissen en voornamelijk waardevol zijn omdat ze een actuele situatie weergeven. De richtlijn stelt daarbij in de begripsbepaling dat het met name gaat om gegevens die volatiel of snel verouderd zijn. Met volatiel wordt in deze context bedoeld dat de waarde van de gegevens vaak verandert. Gegevens die door sensoren zijn gegenereerd, worden doorgaans als dynamische gegevens beschouwd. Andere voorbeelden zijn milieu-informatie, verkeersinformatie, satellietgegevens en meteorologische gegevens.
Dynamische gegevens hoeven niet constant live gegenereerd te worden, ook gebeurtenis gedreven gegevens, zoals statusupdates en handmatig geactualiseerde gegevens, kunnen dynamische gegevens zijn. De overweging uit de Open data richtlijn voegt daaraan toe dat bij dynamische gegevens de economische waardeafhankelijk is van onmiddellijke beschikbaarheid en regelmatige aanvulling daarvan. Dit kan ook een belangrijk criterium zijn om te bepalen of bepaalde gegevens als dynamische gegevens moeten worden aangemerkt. Verkeersinformatie kan dienen als een goed voorbeeld: die informatie is vooral nuttig als deze zo snel mogelijk beschikbaar is, zodat verkeersdeelnemers (bijvoorbeeld met gebruik van vervoers- of navigatiesoftware) daar bij hun eigen vervoer rekening mee kunnen houden en, bijvoorbeeld, files kunnen vermijden. Verkeersinformatie van gisteren kan nuttig zijn voor statistische doeleinden, maar helpt een weggebruiker niet concreet in diens reis van vandaag. Verkeersinformatie is volatiel ( wisselvallig) en de (economische) waarde is afhankelijk van het up-to-date zijn ervan, dat maakt verkeersinformatie tot dynamische gegevens.
Dit type gegevens leent zich er bij uitstek voor om op basis van API’s beschikbaar te stellen.
Voor dit onderdeel verwijzen we naar de pagina over de HVDL Uitvoeringsverordening 2023/138.
In Nederland valt software/computerprogrammatuur al sinds de implementatie van de eerste Open data Richtlijn onder de hergebruikregels. Software kan pas volledig hergebruikt worden als de broncode toegankelijk is, (voor programmeurs) gemakkelijk te bewerken en gepubliceerd is onder een open source licentie.
De Who kent voor met een publieke taak belaste instellingen of overheidsondernemingen een inspanningsverplichting om overheidsinformatie te ontwerpen en vervaardigen op een manier die openheid en hergebruik daarvan faciliteert en gemakkelijk maakt. Toegepast op software, moet dit worden gelezen als inspanningsverplichting voor met publieke taak belaste instellingen of overheidsondernemingen om software zoveel mogelijk (geschikt voor) open source te ontwikkelen of te laten ontwikkelen. Dat omvat ook een inspanningsverplichting om, voor zover nodig, open source gemeenschappen te faciliteren of stimuleren. Wanneer deze type organisaties de productie of ontwikkeling van software financieren, moeten ze zich inspannen om die software (geschikt voor) open source te laten maken. Daarbij kan worden gedacht aan het stellen van contractvoorwaarden die daarop zien en/of aan het stellen van voorwaarden of voorkeuren ten aanzien daarvan in aanbestedingsprocedures. Het blijft een inspanningsverplichting, dus de plicht reikt niet zo ver dat alleen open source software in gebruik mag worden genomen.